Gent, herfst 21
INTERVIEW MET MARIE CLOQUET (°19XX)
Dit interview is een weergave van ons live talk in Kunsthal Gent, voor het event 9000 BOEKEN van uitgeverij MER/Borgerhoff&Lamberigts, waarbij we beiden een boek hebben uitgeven.
HVC Beste Marie, enkele wegen leidden tot je kunstenaarschap. Dat is onder meer het feit dat je uit een architectenfamilie komt, je vaders passie voor fotografie én een oom die een camera obscura voor je maakte.
Op je achtste begon je zelf plaatjes te schieten.
MC Ik heb altijd al een enorme aantrekking gehad tot fotografie, dat is iets dat immer zijdelings is blijven meespelen. Wat je aanhaalt, zijn belangrijke elementen geweest. Op mijn zestiende besloot ik dat ik naar een kunstschool wou, en het grote argument om daarheen te gaan, was architectuur. Ik herinner mij nu niet precies of ik daadwerkelijk het idee had om architect te worden, of dat ik gewoon dacht ‘Dat zal het perfecte argument zijn om mijn ouders te overtuigen om de stap te zetten van de klassieke opleiding Latijn en Grieks naar Sint-Lucas.’ Ik tekende ook enorm veel. Die overstap van die ene naar die andere school is decisief geweest voor wat ik nu doe.
HVC Je koos geen fotografie, wel schilderkunst.
MC Ja (lacht) Ik weet niet hoe dat kwam. Ik zat helemaal niet in een richting waar fotografie aan bod kwam, wel waar veel wiskunde en architectuur in voorkwam. Maar ik heb die drie jaar dat ik op Sint-Lucas zat, echt leren tekenen, schilderen, aquarelleren, … Ik wist vanaf het vierde middelbaar dat het iets was waarin ik compleet werd opgezogen. Ik denk dat ik vrij snel wist dat dit de richting was die ik wilde uitgaan. Dit was evenmin een evidente keuze: het biedt weinig garanties en perspectieven. Wat daarna? Het enige perspectief is lesgeven.
HVC Je wilde gewoon schilderen?
MC Ja! Ik dàcht dat dit de goede keuze was. Wat daar later mee ging gebeuren, ja, pfff …
HVC Waren het landschappen die je schilderde? Oké, een clichévraag, een bruggetje naar je huidige werk…
MC Nee.
HVC (lacht) Ik wist dat je antwoord negatief zou zijn. Je wilde schilderen, no matter what.
MC Ik denk dat ik deel wilde uitmaken van dat verhaal. Ik was ongelofelijk geboeid door kunstgeschiedenis, vooral schilderkunst heeft mij enorm beroerd tijdens de drie jaren dat ik in de humaniora zat.
HVC Eens je afzwaaide van de hogere kunstschool, was het niet dat je de stempel ‘kunstenaar’ kreeg. Ik weet niet via welk labyrint het één en ander vorm begon te krijgen?
MC Het heeft even geduurd. Ik denk dat het moet beginnen als je uit de kunstschool komt. Daar zijn misschien verschillen in toen en nu. Ik geloof dat de jongeren nu een heleboel andere kanalen hebben, andere dingen leren op school. Ik voel dat wel als ik praat met jonge mensen die nu afstuderen. Hoe een professioneel kunstenaar worden, zat destijds niet in het lessenpakket, behalve misschien één schooljaar met twee uur boekhouding per week. Er was absoluut niets dat je zou helpen, geen stappenplan over hoe je communiceert over je werk. Effectief is dat een soort pad vol doornen dat je aflegt zonder goed te weten op welke manier je er uiteindelijk komt.
HVC Vandaag heb je dat penseel neergelegd en gegrepen naar de fotografie.
MC In het begin schilderde ik nog. Het rare was, dat ik alles wat ik op die vier jaar schilderkunst deed, volledig losliet. Dat kwam door het feit dat mijn vierde jaar heel slecht is afgelopen.
HVC Oei!
MC Het was een complete ramp. Op het einde van mijn laatste jaar was ik zelfs gebuisd op mijn eindjury. Dat was toen heel erg, zeker in de richting schilderkunst. (lacht)
HVC Dat zijn de kunstenaars die meestal het verst geraken, hé!
MC (lacht) Ergens was dat een enorme uitdaging om een soort van…
HVC …revolte te nemen?
MC Gewoon bewijzen dat ik het kon! Ik was enorm gefocust op het feit dat ik het zou halen. Ik denk dat het misschien in die zin heeft geholpen. Ik moest dat echt wel hard maken. Het gaat wél lukken!
HVC Dat heb je ondertussen bewezen!
MC Het heeft wel lang geduurd. (lacht)
HVC Via omwegen mocht intussen iedereen genieten van je fotografie. In het begin was je nogal into ecologische thema’s, zeg maar tot op vandaag. Ik las dat je de existentiële drang van de mens om een beschermende structuur rondom zich te verzamelen, boeiend vond. Dit uitte zich in foto’s, maquettes, installaties. Een voorbeeld daarvan is een van je eerste reeksen Shed. Zelf noemde je dat ‘prefab-schilderkunst’.
MC Die prefab-schilderkunst kwam later.
Om misschien terug te keren naar de oorsprong: één van de belangrijkste beginpunten zijn effectief die sheds geweest. Door vaak rond te rijden op autostrades in Vlaanderen, kwam ik altijd die structuren tegen, ‘kotjes’, zoals we zeggen in het dialect. We hebben dat verlangen om barakken te bouwen, die drang om elke keer als er een weide is, voor de dieren kleine hutjes te maken die bedoeld zijn om ze te beschermen tegen regen en zon. Ik was daar enorm door geboeid, omdat ik het gevoel had dat dit altijd werd gebouwd met bouwrestanten en allerlei overblijvend materiaal. Dat is een belangrijke leidraad geweest in wat ik nu doe met die materialen.
Dat zijn dikwijls golfplaten, allerlei soorten plastic of hout, balken die over zijn… Dat werden elke keer een type sculptuurachtige constructies waarvan geen twee gelijk zijn. Dat vond ik een heel mooi aspect, tegelijk met het feit dat dit altijd met een soort van overschot werd gebouwd.
Dat woord ‘overschot’ en ‘overblijfsel’ is iets dat ik ben blijven gebruiken. Later is dat uitgebreid naar een zoektocht naar plaatsen op de wereld die mij meer doen denken aan een soort van rand dan aan een centrum. Als ik naar een stad ga, heb ik altijd de neiging om de periferie te verkennen.
HVC Sinds 2005 draagt veel de titel Nouadhibou. Dat is geen toeval, na die eerste reis bekeek je al je foto’s – ‘schetsen’ – als een verhalend landschap. Je begon te scheuren, knippen, plakken,… Daar is een publicatie over gemaakt. In het begin waren er meer foto’s in de klassieke zin van het woord. Daarna begon pas het grotere verhaal.
MC Inderdaad. Die Sheds waren een voorloper van wat verder in Nouadhibou is gebeurd. In mijn zoektocht naar die perifere plaatsen besloot ik om naar Afrika te gaan, specifiek Mauritanië, omwille van het feit dat ik had gelezen over een scheepskerkhof daar. Ik had daar amper een aantal beelden van gezien. Het idee van het feit dat daar zo’n gigantisch ‘overschot’ was, trok mij aan. Plus dat het een land is waar we weinig over horen, waar zogezegd weinig gebeurt. Het is geen plek waar een museum is, er zijn geen discotheken, weinig toerisme,… Ergens triggerde mij dat. Door daar effectief naartoe te trekken en mij erin te verdiepen, werd dat een voorname plaats.
Het belangrijke van Nouadhibou is ik dat ik daar aankwam, het schepenkerkhof zag en daar ongelofelijk door geraakt werd. Niet alleen omwille van het feit dat het effectief een hele grote, gigantische schroothoop is die daar al jaren ligt, waar niets mee gebeurt en waar je getuige van bent: er vond een enorme vervuiling plaats die heel schadelijk is voor de mens, voor gans die baai en de zee. Maar het was uiteindelijk de ongelofelijke schoonheid van die plaats die mij trof. Daar lag de bakermat van mijn huidige benadering, waardoor die plek heel belangrijk is geworden en noodzakelijk was om uiteindelijk in het atelier verder te gaan en mij vast te bijten in een nieuwe techniek.
HVC Die loepzuivere foto’s waren niet genoeg voor jou. Je wilde méér.
MC Het is uiteindelijk uit frustratie dat ik die foto’s begon te verscheuren. Ik heb geprobeerd om die site weer te geven. Ik begon met, in Nouadhibou, twee weken aan een stuk, alleen maar foto’s te maken. Uiteindelijk terug in het atelier, was het moeilijk om met dat fotomateriaal dat ik had gemaakt …
HVC … deze gewoonweg zwart op wit te presenteren?
MC Ja, ik voelde niet wat ik gevoeld had ter plaatse. Ik miste heel veel. Het licht zat vaak niet juist, terwijl het daar ter plaatse net zo bepalend was voor het beeld.
HVC Het simpelweg uitbeelden met foto op papier was te banaal misschien?
MC Het was te klein, niet monumentaal genoeg. Die gigantische verwondering die ik had, kreeg ik niet terug opgewekt in één beeld. Inderdaad, op dat moment, begon ik die beelden te assembleren. In eerste instantie was dat bijna een destructieve daad. ‘Ik zal het dan maar verscheuren’, dacht ik, ‘en proberen dingen bij elkaar te brengen.’ Dat was de tweede stap. Die techniek van collage die ik nu nog altijd gebruik, is toen effectief ontstaan.
HVC Uit frustratie, zoals zoveel.
MC (lacht) Uit frustratie, ja!
HVC Ik ga je laten vertellen hoe je te werk gaat, het is als buitenstaander niet eenvoudig te begrijpen, zeker niet als je het visueel niet voor je ziet.
MC Wel, de technische kant is niet zo eenvoudig. En, het is misschien al een bekend verhaal. Je hoeft naar mijn gevoel niet te weten hoe mijn werk is gemaakt. Aan de andere kant heb ik gemerkt dat die specifieke manier van werken – die technische aanpak die veel stappen vergt – een parallelle weg is geworden ten opzichte van de mentale denkstappen die ik beeldend maak. Die vele passen die ik afleg om tot ideeën te komen, zijn fysieke stappen. Die fysieke en mentale passen lopen ergens parallel, dat is iets geworden dat voor mij functioneert. Dat geeft een chemie.
Het begint bij het maken van de foto’s. Het is analoge fotografie. Op zich wordt dat op een andere manier verwerkt dan digitaal. De beelden die ik heb, ontwikkel ik zelf in de donkere kamer.
HVC Ik heb dat gezien tijdens mijn atelierbezoek. Daar is een zekere force voor nodig!
MC Ik heb je dat getoond. Dat is echt een fysieke job, want de schaal is groot.
HVC Veel creaties zijn veel omvangrijker dan wat we op representaties zien.
MC De foto’s die ik afdruk in de donkere kamer zijn maximum 150 op 100 cm. Ik moet ze nog kunnen vasthouden om het technisch haalbaar te maken. Die beelden, die eerste stap die ik doe in de donkere kamer – en dat is een belangrijk punt – is de schaal bepalen. Eén van de belangrijke dingen voor mij is op het moment dat ik begin te werken, is schaal 1.1. Dat tot het einde van het hele proces. Het is helemaal iets anders dan mocht je aan een computerscherm zitten werken, collages maken, en uiteindelijk kijken wat voor beeld ik heb en dan te denken: hoe groot of klein print ik dat af? Bij mij is het omgekeerd. Stap één is kijken, het beeld projecteren, en denken: ‘Op welke schaal functioneert dit beeld nu het best?’.
HVC Het is geen simpel proces, hé?
MC Het brengt wel veel bij. Het is erg fysiek, met de botten aan, tuinslangen in de aanslag, etc.
HVC Eens geprint, leg je deze in je andere atelier, waar je begint te scheuren, stukken bijeen te leggen, puur op het gevoel. Op zich ben je bijna het originele beeld kwijt. Ik denk niet dat je dan bezig bent met ‘Dit komt uit dit deel van de wereld’? Dan werk je bijna echt als intuïtief schilderen, vermoed ik.
MC In oorsprong wel. In het begin van die Nouadhibou-periode – we spreken over vijftien jaar geleden, probeerde ik een reconstructie van de realiteit te maken. In de loop der jaren ben ik met die techniek veel vrijer geworden. Ik kan stukken van de wereld bij elkaar brengen die helemaal niet bij elkaar liggen. Er kunnen stukken van Mauritanië in zitten, van de Canarische Eilanden,… en al die zaken tezamen kúnnen. Ik heb zo’n groot archief van beelden verzameld, waar ik gemakkelijk naar kan teruggrijpen. Ik begin meestal met: ‘Ik wil iets doen met dat beeld!’, en daarna kijk ik of er andere beelden zijn die iets kunnen bijbrengen.
HVC Is dat intuïtief gekozen?
MC Ja.
HVC Het lijkt intellectuele kunst, ook voor de kijker. Hoe duid je je titels?
MC Bepaalde reeksen geven je een duiding. En er zijn een aantal plaatsnamen, zoals ‘Nouadhibou’, omdat die werken echt een reconstructie zijn van die plaats. Andere namen zijn meer een verwijzing. ‘Remnants’’, dat zijn overblijfselen. Dat gaat over afgedankte serres die ik vond. Ze worden niet meer gebruikt, maar blijven toch staan.
Zo heb je bijvoorbeeld ‘Scorched Earth’ dat ontstond op een moment dat ik een tentoonstelling maakte over de Eerste Wereldoorlog. Er was een parallel ontstaan tussen die Mauritiaanse landschappen en de militaire tactiek van de verschroeide aarde. Dat zijn titels die de kijker een indicatie geven.
HVC Op zich mogen je collages die zoektocht in het vrije kijken niet belemmeren?
MC De Obstacles gaan over fotogrammen, dat is nog een technisch aspect dat er bijkomt. Ik denk dat die titels eerder een openheid moeten geven dan een duidelijke leidraad.
HVC Je hebt periodes witte doeken in plooien ertussen gelegd, of gordijnen in rafels, om je werk meer een indirecte referentie aan oorlog, verval en verdriet te geven. Je wil aan de kijker in de eerste plaats verwondering en schoonheid bieden.
MC Verwondering is belangrijk. Het start- of uitgangspunt is vaak een combinatie van twee zaken: enerzijds de algemene bekommernissen, zaken die wegen. Alles begint bij het zien van de dagelijkse actualiteit, het nieuws, alle beelden die op ons afkomen en vaak negatief zijn. Anderzijds is er de verwondering door plekken te bezoeken die schoonheid in zich dragen. Voor mij is het gewoon proberen om die schoonheid te grijpen en daar iets mee te doen. En op het einde hoop ik dat die werken daar op de één of andere manier naar kunnen terugkeren, dat ik een stuk van die schoonheid kan terugbrengen door een werk te maken.
HVC Op zich zet je ons geen spiegels voor, hé? Hoewel, misschien indirect wel.
MC Ik heb zeker niet de nood om mensen de les te spellen.
HVC Je werk is doorwrocht. Het zijn geen werken – sowieso al door de grootte – om zomaar eventjes boven de schouw te hangen.
MC (lacht)
HVC Wat zijn de reacties? Voelen mensen die je werk voor de eerste keer zien, zich ongemakkelijk? Of is het van ‘wow’? Of zijn ze eerder overrompeld door de techniek?
MC Goh, het is moeilijk voor mij om uitspraken te doen over wat mensen voelen bij mijn oeuvre. Het is waarschijnlijk verschillend van hoe ik persoonlijk de zaken zie. Ik weet en ken natuurlijk elke stap. Ik kan onmogelijk vergelijken.
Wat ik daar wel over kan zeggen is dat een creatie een moment heeft waarop het een zelfstandig beeld wordt. Er gebeurt een soort van ‘switch’ in het productieproces, waarbij ik als persoon begin aan een werk met een keuze van beelden, met een bepaald vooropgesteld idee van wat ik zou willen doen. Ik wil starten met dat beeld, maar waar gaat dat naartoe? Ik probeer dat min of meer te visualiseren, ik heb dat in mijn hoofd.
HVC Dat beeld overtreft veelal de verwachtingen, vermoed ik.
MC Integendeel, dat wordt vaak gewoon iets anders. ‘Overtreffen’ is een moeilijk woord, want vaak als iets is afgewerkt, heb ik direct de neiging om weer een nieuw werk te maken omdat het beter kan. Wat wel zo is, is dat er een moment komt waarop niet het beeld ten dienste staat van mijn ideeën, maar ik ten dienste begin te staan van het beeld.
HVC Is dat de ‘switch’, wordt het dan een ‘kunstwerk’?
MC Ergens wel, op het moment dat ik begin die beelden te assembleren – ik bedoel dan op de grond uitzoeken hoe het zou kunnen werken – worden die beelden, die papieren, die vellen, gekleefd op een doek dat opgespannen is op een raam. Dat is een ondergrond, zou je kunnen zeggen. Dat beeld gaat op dat moment van liggend op de grond naar staand/hangend tegen/aan de muur…
HVC … en dan verandert dat totaal je blik.
MC Inderdaad. Op dat moment is het aan mij om te zien hoe ik dat beeld ga optimaliseren. Het is vaak zo dat mijn beginpunt op dat moment stilaan wordt vervangen door andere elementen dan deze waar ik dacht naartoe te gaan.
HVC De kleur is ook een factor die je altijd mee in je denkwereld wilt. Of is dat pas in het eindresultaat dat je het gebruikt?
MC Kleur is inderdaad iets waar wel iets kan over gezegd worden. Dat is in feite zo’n beetje een probleempunt. (lacht)
HVC Je wilt geen kleurboek inkleuren?
MC Het is een moeilijk punt. Ik heb vanalles gedaan met kleur en heb nog altijd het gevoel dat ik niet de juiste werkwijze heb om echt coloriet te introduceren.
HVC (lacht) Foei!
MC Ja, het is een probleem.
HVC Of het trauma van je afstuderen, dat kan, hé? (knipoogt)
MC (lacht) Dat zou kunnen. Ik denk dat de keuze van die zwart-witfotografie een heel bewuste keuze is. Op de één of andere manier is dat een zich eigen maken van een beeld. Omzetten naar zwart-wit is een eerste stap. Een werk komt blijkbaar meer naar mij toe in zwart-wit dan in kleur. Hoe dat juist komt, daar heb ik niet direct een verklaring voor. Aan de andere kant, om te gaan zeggen “Ik ga kleur gewoon …”
HVC … negeren?
MC Ja, doen alsof kleur niet bestaat, gaat natuurlijk ook niet! Dat zou niet eerlijk zijn ten opzichte van kleur. Coloriet is iets dat een zodanig grote schoonheid met zich meedraagt, daarom heb ik tot nu toe veel verschillende manieren bedacht om kleur in het proces te introduceren.
Eén van de merkwaardigste technieken die ik gebruikte, was zoals bij Scorched earth XV. Ik ben zelfs begonnen met kleur! Je kunt het je nu misschien moeilijk voorstellen, maar de eerste fases van dat werk zijn dan ‘gewoon’ zes grote, witte vellen die in het atelier hangen. Zo begin ik – het landschap indachtig – te schilderen.
HVC Groen?
MC Nee, een beetje meer in de rode tinten, omdat het landschap oorspronkelijk meer zo’n donkerrode, bruine aardetinten had. Ik dacht ‘Ik ga dat proberen terug te geven aan dat beeld.’
Wat hangt dan uiteindelijk in mijn atelier? Voor dit werk waren dat zes grote genummerde vellen met geaquarelleerde kleurzones. Ik nummer die vellen zodat ik weet op welk vel, welk beeld moet geprint worden.
HVC Oei, ik ben je even kwijt.
MC Ik weet het (lacht), het is moeilijk. Het is kleur geven aan iets dat er nog niet staat, denkbeeldig inkleuren; iets schilderen waarover daarna nog een beeld komt te liggen. Heel abstract. Dat veel fout loopt in mijn manier van werken, speelt een grote rol in mijn oeuvre. Eén van die fout lopende zaken is natuurlijk kleur. En met de tactiek die ik hier net beschrijf is het al helemaal prijs. Want in een donkere kamer aan de slag met beschilderde vellen papier is om foutmarges vragen. Het beeld komt niet perfect op de kleurzones zoals ik in gedachten had: er ontstaan vlekken door het spoelen. Sommige kleuren reageren op het ontwikkelen en het fixeren.
Je kan zo een werkwijze nooit honderd procent onder controle houden. Dat maakt het zo interessant. Ik heb gemerkt dat dit in de loop der jaren een grote vorm van inspiratie is geworden.
HVC Bedoel je dat gevecht?
MC Het is inderdaad een gevecht. Ik denk ook dat niet alles uit mijn geest zomaar kan ontspringen: het feit dat lijnen en vlekken ontstaan, ik niet alles in de hand heb, zorgt ervoor dat ik moet reageren op wat ontstaat.
HVC Met soms sublieme resultaten tot gevolg! Ik vind het ongelofelijk hoe gedreven jij bent! Je maakt het je zo moeilijk! Je hebt dat blijkbaar nodig, die fysieke daad.
MC Het is een hulp. Je kan niet altijd alles zelf bedenken. En wat er onderweg gebeurt is waardevol. In het begin probeerde ik die fouten te restaureren, te sturen of onder controle te houden. Uiteindelijk, wat al doende onderweg gebeurt, zorgt voor een resultaat dat ik zelf niet had kunnen bedenken. Dat vind ik een ongelofelijk cadeau.
HVC Dat is de reden waarom je zo blijft doorzetten.
MC Ploeteren, bedoel je. (lacht)
HVC (lacht) Ik blijf het ongelooflijk vinden hoe moeilijk je het jezelf maakt. In feite is kunstenaar zijn egoïstisch zijn. Je hebt een man, kinderen,… Je moet letterlijk tijd vrijmaken die anders naar het huishouden zou kunnen gaan.
MC Ja, dat probeer ik ook te doen. (lacht)
HVC En/of het gaat ten koste van geldverdien-tijd.
MC Jazeker.
HVC Je moet – denk ik dan – in de uren dat je fysiek aan het ploeteren bent, zorgen dat je altijd blijft openstaan voor die ‘spritz’ die kan komen. Het is niet van: ‘Ik heb hier vijf arbeidsuren.’ Je moet zorgen dat je het altijd ‘ziet’, en zoals een schilder genoeg achteruit gaat staan. Ik kan mij voorstellen dat je het werk kan doodwerken, omdat je denkt ‘Het moet hier af, en ik heb nog een uur, en …’
MC Dat klopt. Veel dingen sneuvelen. Ik denk dat vooral vriendschappen daardoor gebroken zijn, omdat er weinig tijd over is om te gaan ‘hangen’.
HVC Je experimenteert hele dagen, maar uiteindelijk moet je je naar een eindproduct toe concentreren.
Je werkt samen met galerie Annie Gentils in Antwerpen. Ik denk dat je dan sowieso moet werken naar een expo toe. Je werkt ook met buitenlandse galeries. Bij jou is het niet dat je zomaar efkes met je map onder de arm de trein neemt, en zegt: ‘Wat gaan we aan de muur hangen?’
MC Nee. Zeker een solotentoonstelling is een lang verhaal, daar ben je maanden mee bezig. Misschien een jaar of meer. Er kruipt veel tijd in. Voor mij gaat het niet anders. Ik weet geen andere oplossing dan veel te werken.
HVC Het is om alle docenten van vroeger te overstijgen! (knipoogt)
MC (lacht)
HVC Een algemene vraag: je bent een 30-plusser …
MC Hé, ik ben een 40-plusser, hé! (lacht)
HVC Ik wilde het beleefd houden. (knipoogt)
Denk je dat het voor een twintiger nu, moeilijker is om een carrière op te starten? Al klinkt dat vies, ‘carrière’. Omdat la jeunesse veel sneller feedback nodig heeft, alsook schouderklopjes, likes,… Wij komen nog van de iets oudere garde die eerst werkten en dan tonen.
MC Dat is waar.
HVC Wat is tot nog toe je grootste voldoening als kunstenaar?
MC De grootste genoegdoening is een moeilijke vraag, ik heb het gevoel dat mijn grootste voldoening tot nu toe geweest is, dat ik – hoe traag ik ook vooruit ga, want ik ben al lang bezig – ik het gevoel heb dat er nog grote dingen kunnen komen.
Ik denk dat de grootste tevredenheid tot hiertoe is geweest, dat ik nooit het gevoel heb gehad dat ik een stap achteruit zette, al zijn die stappen op een jaar niet groot.
HVC Er zijn meestal wel een paar juweeltjes uitgekomen.
MC Ja, en ik heb nooit een grote terugval gevoeld, ik zie dat dit iets is dat uiteindelijk belangrijk is. Die kleine stappen vooruit zijn in het geheel het beste wat mij is overkomen in al die jaren.
HVC En je ouders zijn intussen gerustgesteld.
MC (lacht) Ik weet het niet. Ik hoop het!
HVC Het blijft moeilijk, want als kunstenaar blijf je je eigen grootste criticus.
Natuurlijk, iedereen heeft een mening. Ik geloof dat het bij jou nog meevalt.
MC Ik denk dat elke kunstenaar op dezelfde verdeeldheid stoot.
HVC Als je een werk ziet hangen, dan heeft iedereen – denk ik – in eerste instantie het ‘wauw! -gevoel’.
MC Ik denk dat er mensen zijn voor wie mijn oeuvre niets zegt. Ik vertrek van de gedachte: niemand zit hierop te wachten. Ik denk dat dit ergens een hulp is. Ik heb weinig moeite met negatieve kritiek. Ik vind het normaal, als je zo’n dingen maakt zoals ik, dat niet iedereen dat zomaar goedkeurt.
HVC Het zijn meer dan mooie plaatjes? Sowieso.
MC Het is een compleet verhaal. Het is niet de bedoeling om een mooie afbeelding te maken, eerder om schoonheid als een soort van werktuig te gebruiken om het ergens over te kunnen hebben.
HVC Wat staat er in je agenda de komende maanden?
MC Ik werk intensief aan een grote creatie voor het vijftigjarig bestaan van het Vlaams Parlement. Het wordt een groepstentoonstelling. Daarna komt een belangrijke tentoonstelling met galerie Jason Haam uit Seoul. De tentoonstelling is in Londen, in een galerieruimte die vasthangt aan Frieze.
Dat is een nieuw publiek, ik verwacht dat ik daar heel wat andere mensen bereik.
HVC Je kan misschien reclame maken voor het Gentse restaurant Jour de Fête van je man?
MC (lacht) Ik ben daar lang kok geweest.
HVC Als het slecht gaat, is dat een skill om op terug te vallen!
MC Ik denk dat ik vanalles zou kunnen doen. Er is zoveel dat ik graag doe. Ik heb wel het gevoel dat ik een schilder ben gebleven – ik zie het echt wel als schilderkunst – ondanks mijn gebruik van fotografie. Zoals je daarstraks aanhaalde. En mijn grootste inspiratiebron is àltijd schilderkunst geweest.
HVC Ik denk niet dat er veel kunstenaars zijn die hetzelfde doen als jij. Enfin, ik ben er nog geen tegengekomen.
MC Ik ook niet. (lacht)
HVC Ik kan je oeuvre niet in een bepaalde canon onderbrengen, wat ik wel jammer vind.
MC Ik kan zelf moeilijk zeggen of ik ergens bij hoor. Natuurlijk, als hedendaagse kunstenaar kan je moeilijk stromingen benoemen die misschien binnen honderd jaar tot stand zullen-gekomen-zijn. Ik kan mezelf moeilijk ergens gaan bijzetten. Anderzijds heb ik niet zo van die fetisj-kunstenaars waar ik blijvend door ben gefascineerd. Al is het schilderkunst dat mij uiteindelijk het meest inspireert. Denk aan Velasquez, Caravaggio,… die lichting. Rubens ook, omdat de manier waarop ik mijn werk opbouw, erg die traditie indachtig is. De manier waarop zij beelden opraapten door te gaan schetsen – bij mij is dat met het fototoestel – en die beelden later in het atelier konden geassembleerd worden… Ik denk dat ik daar ergens de mosterd vandaan haal. Dat is het beginpunt geweest voor mij toen ik heel jong was.
HVC Ook qua stijl. Op mijn voorbereidingsblad hier staat dat je aanleunt tegen het constructivisme. Kunstcriticus Ory Dessau – die de tekst in je boek schreef – ziet het meer als land art.
MC Die vergelijking met land art van Ory heeft natuurlijk te maken met het feit dat ik landschappen verander, dat ik ingrepen doe in bestaande landschappen. Ik vond dat een mooie vergelijking.
HVC Je creaties zijn heel groot, een boek is gelimiteerd. Was het een moeilijke vertaling? Zijn er dingen die niet werkten door die andere schaal?
MC Dat was niet evident. Het rare daarin was – als je naar het boek kijkt, zal je dat merken – dat ik een duidelijk idee had over hoe ik het wilde. Als ik een werk in mijn hoofd had en de verhouding van de bladzijde van het boek, wist ik perfect hoe het zich met dat blad moest verhouden. Ik heb aan grafisch vormgever Victor Van den Braembussche kleurcodes voor de werken gegeven, waarbij een aantal ‘heel klein’, ‘klein’, ‘iets groter’ en ‘groot’ waren. Ik had eveneens een schaalrangorde gemaakt. We hebben nooit over centimeters gesproken, we hebben elkaar daarin snel begrepen. Aan de andere kant, blijft het moeilijk om heel grote werken te vertalen naar een boek. Ik denk dat we met het formaat voor een stuk een oplossing hebben gevonden door van die grote werken, een aantal details te tonen.
Ik heb wel de discussie gevoerd, vooral met de schrijver Ory Dessau. Die vond mijn schaalverhouding raar. Ik heb hem daar voor over de streep moeten trekken. Hij dacht dat het boek onrustig zou worden. Uiteindelijk denk ik dat het is gelukt, omdat er heel grote verschillen zijn in de manier waarop de werken worden uitgebeeld. Natuurlijk, als je een aantal installatiezichten hebt, voel je snel de schaal. Bij het eerste of tweede beeld sta ik naast een werk, dan heb je als boeklezer een setting van de schaal.
HVC De regel in mijn boeken is dat er géén beelden in staan! (lacht) Er was geen plaats meer trouwens, ik zat al aan duizend pagina’s. (knipoogt) .
Onze boeknummer bij Borgerhoff Lamberigts/MER zijn respectievelijk 442 en 454. Mijn boek is uitgekomen rond Kerstmis 20, wanneer is jouw boek uitgekomen?
MC In juli 21.
HVC Voilà, veel te lezen, te zien en te kopen bij Borgerhoff & Lamberigts dames en heren! (knipoogt)
https//www.anniegentilsgallery.com/
https//www.hildevancanneyt.be/