Gent, lente 2024
INTERVIEW MET GIANNI SKORIC
Hilde Van Canneyt (HVC) Beste Gianni, je schetsen uit je tekenboek, zet je graag open en bloot op Facebook. Met nog het liefst een pittig of droog titeltje erbij.
Gianni Skoric (GS) Ik vind het belangrijk dat ze een titel hebben. Het zijn wel schetsen van een tijd geleden. Tegenwoordig doe ik dat niet zo vaak meer. Pas op, ik teken wel veel, maar meestal kom ik naar mijn atelier, hier ben ik echt bezig. Maar mijn schetsen hebben allemaal geleid naar wat ik nu maak. Ik exposeer ze niet echt, omdat ik daar niet zo’n goede manier voor vind, en ik wil ze eveneens niet uit mijn schetsboek scheuren. Nu maak ik eerder tekeningen, vaak als ik ergens moet wachten, of als ik ’s nachts de slaap niet kan vatten. Ik zie ze ook apart, voor mij zijn dat kleine op zichzelf staande kunstwerkjes.
HVC We zitten hier voor een recent schilderij, geen idee of het al getiteld is?
GS Ik weet niet of ik de betiteling in het Engels, Kroatisch of Nederlands wil. Persoonlijk vind ik de taal van de titel belangrijk. Engels klinkt altijd beter, op dit moment denk ik aan Olive Tree on Brink of Ignition. (werd uiteindelijk Maslina Combusting, een combinatie van kroatisch en engels, red)
HVC Je moest onlangs je atelier verhuizen. We vertoeven in de gekende ‘Lindenlei’ van Nucleo, je atelier is zelfs de voormalige concertruimte. Hoe cool is dat?
GS Ik vond dat wel lastig, omdat ik in mijn andere atelier in een goede flow zat. Al heb ik hier wel een vergezicht, zodat ik grotere werken kan construeren.
HVC Als je daar een fijne feng shui had, is het niet altijd makkelijk je boeltje te pakken. Aangezien het hier al een ‘meer dan gezellig’ rommeltje is, ga ik ervan uit dat je niet al te veel hebt uitgeselecteerd. (knipoogt)
GS Ik heb schrik om dingen te verliezen in de tijd. Dat komt vaak terug in mijn schilderwerk, dat ik zaken van achteraan weer naar voren probeer te brengen. Ik laat niet graag een laag weg, alsof ik het verleden nooit volledig wil afdekken.(…). Meestal begin ik met één kleur of één zaak, zonder achtergrond. Op dit moment ben ik echt met kleur bezig.
HVC Hoe moeten we dat zien? Heb je dat beeld niet op voorhand in je hoofd?
GS Jawel, het is eigenlijk van een projectie: ik lig in een hangmat in Italië – maar het gaat eveneens over Kroatië – en ik was de hele tijd heen en weer aan het gaan. Ik filmde, en heb dat later geprojecteerd, waardoor je er die beweging in ziet. Ik kon het beeld niet echt ‘pakken’, zag niet echt wat ik aan het maken was. Daarna nam ik stills, waarop ik weer schilderde. Dat gebeurt vaak, dat is voor mij een van de manieren om een schilderij op te starten. Nu ben ik in mijn hoofd bezig, omdat ik dat eigenlijk het tofste vind. Pas in de laatste fase let ik nog op de compositie…
HVC Het vertrekbeeld laat je los en dan doe je verder in de flow en probeer je niet te veel na te denken; figuratief, abstract, je blijft doorgaan. Tot je bijvoorbeeld op een avond voelt: ‘Oei, ik ben te ver aan het gaan, ik moet het laten rusten!’ Of hoe moeten we dat zien? Want ik zie in je atelier een paar open – onafgewerkte – schilderijen staan… Je zou kunnen zeggen: we spotten veel blauw, groen, en een soort zalmroze werk. Wanneer voel je: ‘Ik moet hier opletten, want ik ga het kapot maken.’
GS Als een werk uit mijn gedachten gaat. Deze (wijst naar een werk) vind ik bijvoorbeeld saai, ik weet nog niet wat er mee te doen. Ik denk dat dit op iedere plek zichzelf uitwijst, maar meestal voel ik wanneer een schilderij klaar is als ik aan andere doeken begin te werken. Dan is het op een of andere manier ook echt ‘weg’.
HVC Laat je het geschilderde dan gewoon chambreren op je atelier?
Je hebt ook een werk opgezet over de reuzengommers. Kunnen we het zo zien dat je zoiets op tv ziet, en er als tegenreactie een werk over maakt?
GS Dat is het moeilijke. Uiteindelijk dacht ik altijd: ‘Ik wil eerlijk met mezelf zijn, werken creëren die naar de essentie gaan, niet opzij gaan, etc.’ Op mijn hogeschool kreeg ik de goede raad dat niets me artistiek in de weg mag staan, dat ik er gewoon voor moet gaan. En dan krijg je zo’n proces, maar puur vanwege het feit dat ik zo kwaad was, vond ik dat ik het daarom niet mocht vormgeven. Net daardoor had ik de hele tijd het gevoel van: ‘Ik moet het maken!’
HVC Was je ‘bang’ voor het cliché, dat er te weinig afstand tussen zat? Je het gewoonweg niet ‘passend’ vond om een schilderij daarover te maken omdat het misschien een karikatuur zou worden?
GS Ik heb er zelfs de namen bijgezet. Het zit er direct ‘op’, op deze manier. Het is ook een beetje het spel van de kunstenaar, waar ik ineens niet meer tegen kon: abstraheren totdat het kapot is. Ik kreeg er zo de zenuwen van! Vroeger maakte ik abstractere werken, liet ik het vaak bij het publiek: ze zullen er wel van vinden wat ze willen. Natuurlijk ga je er altijd van uit dat mensen je complimenten geven, maar eigenlijk was het oorspronkelijke idee om het echt fotorealistisch te maken. Het hele concept was om de reuzengommers op een whiteboard te brengen met permanentmarkers, met die namen erop, als een revolutiewerk. Nu ben ik wat bang om het te tonen, dat is weeral tegenovergesteld. (zucht) Voor wat zou ik schrik hebben? Dat er wordt uitgesproken: ‘Het is not done?’ Ik sprak verschillende mensen, velen zeiden: ‘Ja, je moet het tonen’, begrepen niet waarom ik het niet liet zien. En degenen die beweerden: ‘Je mag het echt niet laten zien’, verstonden niet waarom ik het had verwezenlijkt. Wat het wel interessant maakt natuurlijk!
HVC Om de zoveel tijd komt dat opnieuw in het nieuws, in mijn lievelingsblad Humo, etc. Maar als jij het als kunstenaar schildert, krijg je frictie. Terwijl een fotograaf of illustrator er blijkbaar wel iets rond kan ontwerpen. Ken je de Nederlandse schilder Ronald Ophuis? Hij schilderde beelden van verkrachtingen, folteringen en strafkampen, iedereen was gechoqueerd, terwijl het in andere media wel mag worden aangekaart en getoond. Maar gewoon omdat hij het (vreselijke én vleselijke) thema ‘schildert met de penseel’, kan het niet. Een video of film erover maken – want het is sowieso een aanklacht – zou wél kunnen.
GS Abstractie of ironie mogen, maar voor de rest?Je mag wel thema’s aanraken zoals racisme en seksualiteit, maar bij andere kwesties krijg je reacties als: ‘Huh, waarom begin je daarover?’ Terwijl ik denk dat ik wél veel mensen met de thema’s die ik in mijn werken gebruik kan raken.
HVC Jij bent wel de kunstenaar! Los van het feit dat ik pro of contra de reuzengommers ben, door het te tonen, de reacties erop, komt er veel los.
Björk zei: ‘Je kan maar iets artistieks doen, als het oordeel van anderen je niet remt.’
GS Ik fungeer nog maar recent in het galerieleven. Ik werd door Ben Benaouise uitgenodigd om een van de kunstenaars van zijn galerie te zijn. Ik wilde het werk daar tentoonstellen, maar dan gaat het weeral over verkoop, en dat wil ik niet. Al mag het geen statement zijn om het te tonen en het erover te hebben. Misschien moet ik hier eerst een reeks maken rond Garmin Alexander alias Janker.
HVC Ik zie een bijna klassiek portret. Wat boeit je aan een reeks portretten?
GS Dat is het medium van de whiteboard, dat ik dan zwart maak met permanentmarkers. Het is een beetje een abstract idee nu. Maar ik vind het een cool idee om een whiteboard te gebruiken om een permanent statement op te maken. Ik werkte eigenlijk met iemand; collectief met de wereld. Zonder dat samenwerken gaat het over iets anders. Ik ben zo ver aan het gaan in de betekenis en de dingen achter alles, dat ik mij soms te ver weg voel van de kunstwereld.
HVC Oei!
HVC Eigenlijk werk je rond de geschiedenis ‘die niet mag vergeten worden’. Wat een fotograaf veelal doet, al is het meer in het momentum. Geeft het dan geen ‘bestaansrecht’ om gezien te worden?
GS Ja, maar het probleem is dat ik het dan moet afgeven. Dat vind ik soms pijnlijk.
HVC Je hebt ook recht om het niet te verkopen, hé. Jij zal wel voelen wanneer het juiste moment eraan komt om het aan de wereld te tonen.
Kunstenaar Philippe Vandenberg zei: ‘Het beeld dat je wil creëren, is een poging om de leemte te vullen die inherent is aan het leven.’ Die uitspraak lijkt ook bij jou te kloppen. De actualiteit, het nieuws, de maatschappij, je zou kunnen zeggen dat je maatschappijkritisch werk maakt, maar dat jij dat persoonlijk verwerkt in je doeken.
GS Aan deze olijfboom is niets plezants… (toont een work in progress) Het is nog niet klaar, maar eigenlijk is hij aan het ontsteken, in brand aan het schieten, bijna aan het ontploffen zelfs. Omdat olijfolie brandbaar is, wilde ik die spanning in dat werk weergeven, dat boeit me. Dat je dat als kijker doorhebt, dat je in een heel bedrukte sfeer zit van het constante sizzling dat tegenwoordig in de lucht hangt: het is nog niet aan het ontploffen, maar het is wel warm onder de schenen aan het worden.
HVC Ik zie dat je op Facebook veel goeie muziek post. Is muziek als drive ook belangrijk in je atelier?GS Soms wel, maar ik luister ook naar podcasts. Soms denk ik: ‘Ik wil stoppen voor vandaag, maar dan luister ik nog een uurtje naar een podcast en blijf ik verderwerken. Muziek is vooral dat wilde, die rock-‘n-roll, dat ik mezelf probeer op te leggen. In Het Bos in Antwerpen deed ik een leuk project met muzikanten. De band speelde in het midden van de zaal. Dat projecteerde ik op een muur, vanop een soort stelling werkte ik daarop. We repeteerden vaak samen, ik was even deel van een muziekgroep. Ik ontwierp daar ook tekeningen voor. Na het optreden, toen ik klaar was met het werk, kwam het publiek naar voren om naar mijn tekening te kijken. Dat was even een momentopname van zo’n kleine indrukwekkende minuut rond een tekening van mij. (lacht) Ik werk graag in die chaos.
HVC Naar kunst ‘gaan’ zien, heeft altijd iets (te) iets cerebraals voor mij. Maar in zo’n rock-‘n- roll omgeving, waar mensen meestal al in een vibe zijn – al dan niet door de paar pintjes. (knipoogt) – bruist het toch meer.
Want waarom spelen muzikanten eerst samen muziek, en erna op het podium met publiek? Voor die directe energie! Als beeldend kunstenaar is dat veel moeilijker, want je komt alleen naar je atelier. En als je tentoonstelt, ben je eigenlijk eveneens weer ‘in je eentje’. Want je staat er in je spreekwoordelijke kostuumke onwennig te wezen terwijl mensen – veelal zwijgzaam – naar je werk kijken.
GS Meestal zijn ze positief. Dan ben ik héél even euforisch. (lacht)
HVC Lucky you! De feedback die zij daar geven, is voor jou eigenlijk je rock-‘n- roll-kick moment, zoals een muzikant dat op zijn podium beleeft. Je fabriceert zoals een beeldhouwer in je atelier, lijkt het: je werkt met de dingen die je er tegenkomt. Je weet bewust wat je maakt, maar langs de andere kant werk je tussenin graag intuïtief.
GS Ik maakte ook nog het schilderij De Conflicts for Dinner. Juist na corona waren er ineens berichten dat er zich Russische troepen rond Oekraïne aan het verzamelen waren. ‘Let op, Rusland gaat binnenvallen.’ Ik hoorde journalisten vaak zeggen ‘dit lijkt op beelden vanuit Joegoslavië.’ Door dat te blijven horen, kreeg ik ook ineens (ik ben dertig jaar en die oorlog was dertig jaar geleden) ik heb die beelden op mijn netvlies nooit meegemaakt. Maar met het opkomen van het internet, zocht ik beelden op van waar mijn vader vandaan kwam. Daardoor heb ik een hele databank van beelden in mijn hoofd, van wat er allemaal gebeurd was tijdens die oorlog. Toen ik de beelden van de invasie in Oekraïne zag, ging het recht in mijn hart en was ik een paar weken erg terneergeslagen.
HVC Bijna een flashback in real life, ofzo?
GS Het was een soort trauma waar ik voordien niet van wist dat ik het had. Trauma is veel gezegd, want er waren daar mensen echt aan het vechten en sterven. Toen moest ik terugdenken aan mijn middelbare school, toen de juf tegen mij zei: ‘Amai, vroeger in Kroatië in de oorlog, je familie heeft daar nog wapens, ze hebben hun eigen buren vermoord!’ Dan wil ik een manier vinden om dat weer te geven. Tijdens mijn studie las ik een boek van W.G. Sebald, over de bombardementen in Hamburg en dat deed mij nadenken over al die mensen. Ik had daarom het idee om een paar vrienden uit te nodigen om bij ons te komen eten. Het was gewoon een fondue avond, en ik zette er een grote lamp op. Door de fondue hing het appartement vol met rook en door af en toe met een lichtflits te flitsen, simuleerde ik zo bominslagen… Ik zei telkens weer: ‘Als het licht aangaat, moeten jullie wegduiken. Het was de hele tijd opnieuw: licht aan, licht uit, allemaal verschillende dingen. Daarom is dat werk een ode aan hoe mensen overleven in noodsituaties. (…)
HVC Hoe belandde je trouwens op de kunstschool?
GS Ik had een zware puberteit. Ik kom uit een dorp waar ik veel vrienden had, maar zat in het beroepsonderwijs, omdat ik me nergens thuis voelde. Ik ben die leraars nog altijd dankbaar, omdat ze mij steunden. Ik studeerde ook ‘kunst’, maar daar voelde ik mij niet thuis. Ik had ook nooit goeie punten. Ik denk dat ik het voor mezelf altijd steek dat ik op hetzelfde moment zowel Frans en Kroatisch moest leren.
Mijn vader komt uit Kroatië, mijn moeder komt uit België. Voor mij moeilijk, omdat die twee werelden nogal verschillend zijn. In mijn richting, was het grootste wat je kon doen, studeren in St. Lucas. Dus als ik in mijn secundaire studies doorbeet én een specialisatiejaar deed – mocht ik naar St. Lucas.
Op een bepaald moment maakte ik een soort van trauma mee. Ik kan er mij ook nog niet over uitspreken wat het is. Ik denk dat het een samenloop van verschillende omstandigheden was, waardoor ik de hele tijd ‘s nachts voor ik in slaap viel, tekende. Ik besefte dat ik moest doorbijten. Uiteindelijk begon ik door te hebben dat ik écht wel iets wilde doen met dat tekenen. Zodoende begon ik dagelijks te tekenen. Maar het eerste jaar liep ik compleet verloren op Sint- Lucas. Ik wist niet meer. Ik was ook nog een veel te harde feester. Op aanraden van mijn docenten ging ik een jaar werken. Ik had een goede job, maar gaf die op om terug te studeren, want voor mij was dat altijd het zotste wat je kon doen. Hierna voelde ik mij wél echt thuis in die kunstrichting.
HVC Je bent een jonge gast. Genoeg plekken om na je werk gezellig te blijven hangen met maten. Soms kom je hier misschien en denk je: ‘What a waste of time!, maar dat kan evengoed na een cafébezoek. (knipoogt) Je komt toch maar in je eentje naar je atelier, het blijft een ferme drive. Ik voel dat je met je werken iets wil aankaarten aan de wereld. Het is niet shockeren, maar wel in your face. Het is omdat je met je schilderkunst iets wilt vertellen. Ik vermoed omdat je al goede feedback kreeg en beseft dat je hier best een paar avonden in de week vertoeft, als je als kunstenaar wil groeien.
GS Ik denk beide. Die feedback onderschatte ik altijd, maar je hebt die nodig. Vaak dacht ik: ‘Oei, ik heb een jaar geen tentoonstellingen… ‘ Ik denk al snel dat ik gefaald heb en vraag me dan af: ‘Waarom doe ik het?’ Ik weet dat ik daar nooit mee ga stoppen, maar die aangereikte feedback is af en toe nòdig. Ik had periodes dat ik te veel tentoonstelde, te veel kleine projectjes aan het doen was. Toen vroeg ik mezelf vaak af: ‘Wat ben ik nu eigenlijk nog aan het maken?’
HVC Dat blijft inderdaad helaas levenslang, neem het van me aan. (knipoogt) Michaël Borremans heeft mij dat ook al verteld. Je staat met twee bladzijden in de krant, maar kijkt in je frigo en je hebt zelfs nog geen ei in huis om te koken. En dan gaat ie naar zijn atelier, en weet hij soms ook niet meer hoe een ei te schilderen. (lacht)
GS Het is een manier van communiceren. Ik studeerde geen filosofie of kunstgeschiedenis, wel kunst, maar ik heb er wel ‘een gedacht’ over, en mag dat uitdrukken met mijn werk. Ik schrijf met veel spellingsfouten, wat ik ook niet erg vind bij andere mensen, maar mij wordt dat wel vaak verweten.
HVC Ik ben – hoewel in Leuven geboren – opgegroeid in West-Vlaanderen, dat is ook niet ideaal… Het blijft een kleine oorlogsvoering met mijn taalbeperkingen. Mijn frustratie is blijkbaar mijn sterkte, maar ik blijf wel met de frustratie zitten. (knipoogt) De (technisch) beste schilder is niet veelal niet degene die het meest losmaakt, troost ik me.
Walter Benjamin schreef: ‘Talent is één ding, genialiteit zit ‘m in de werkijver.’ Hoe je het draait of keert, wat de buitenwereld niet ziet, zijn de uren die je hier doorbrengt. Je zou ook voor je tv kunnen zitten vegeteren, hé. Je moet zoals gezegd karakter hebben om na je werk hier naartoe te komen.
GS Het feit dat ik toch kom – ondanks verleidingen – heeft voor mezelf dat edgy kantje.
HVC Ik herken dat. Als je de rock-‘n-roll vanbinnen voelt, en je eigenlijk zin of zelfs nood hebt uit te breken, en je dat dan in je werk steekt, heeft dat een extra power. Met een alcoholvrij pilsje en goede muziek die dan wat luider staat, kan het een fijne Ersatz zijn.
GS Herkenbaar!
HVC Je was al ‘kunstenaar van de maand’ in de Zebrastraat te Gent. Ook deed je mee met het Zomersalon in Kunsthal in Gent, onder de noemer Buy Local, alsook met Art Gent in het S.M.A.K. voor Ben Benaouisse en zijn project.
GS Ik wil bij deze Ben Benaouisse bedanken trouwens, want hij heeft van in het begin in mij geloofd. We hebben ook af en toe wel discussies, maar dat is bij iedereen.
HVC Dat moet! Zonder frictie geen glans! (knipoogt)
GS Ook in Blanco in Gent deed ik een project met Eleni Papadopoulou; Godless machines. Het concept was: we maken allebei één installatie. Dat was tof, omdat we beiden zo aan het sukkelen waren. Ik dacht een heel mechanisme uit, maar dat marcheerde helemaal niet. Het was grappig om zo samen door dat prutsen en die ervaring te gaan. Ik doe dit heel graag als project een soort gepruts en met Eleni lukt dat heel goed. Check her work!
HVC ‘Creatieve mensen hebben geen rommel, maar hebben overal ideeën liggen’, las ik ergens. Als ik op een atelier kom, zie ik net graag ‘dat sukkelen’.
GS Ik heb als ik start, nooit een concreet afgebakend idee. Maar vaak komen er dan plotsklaps drie ideeën samen. (lacht) Dan begin ik random met een paar spatten/lijnen op een doek en denk ik dat het nooit goed kan komen. Maar toch blijf ik eraan werken, waardoor het beter en beter wordt. Tot ik in mijn comfortzone kom. (lacht) Maar soms schrik ik: ‘Ben ik niet te hard aan het fetishen?’. ‘En dat lijntje hier, en dat lijntje daar en nu wordt het écht wel tijd om ergens te stoppen, Goric!’ (lacht) Dan wil je het snel af, want die andere nieuwe ideeën voor een vers werk beginnen zich ook op te stapelen.
HVC Ben jij een instagrammable type?
GS Ik zie het als een verlengde van mijn praktijk. Als ik iets af heb, probeer ik het te posten. Nooit de tussenfases. Maar Instagram is wel degelijk mijn portfolio.
HVC Tussenfases posten vind ik al helemaal geen goed idee! Eveneens kan het zonde zijn je werk al te ‘verbranden’ door het ‘aan te bieden’ op enkele vierkante digitale centimeters. Bij ‘stories’ is het snel weg, dat is misschien een tip voor andere kunstenaars. (knipoogt) Maar ik weet, het is een dubbeltje op zijn kant, je moet ook ‘tonen’ en ‘gezien’ worden. Zucht, de kunstwereld is toch a never ending story geworden!
GS Een van de mooiste complimenten die ik kreeg, was toen mensen een schilderij van me zagen en het instant wilden kopen, zonder dat ze zelfs verzamelaars waren. Maar eigenlijk droom ik meer van een collectief, of een ‘makerspace’, samenwerkingen met muzikanten, dichters, …
HVC Ik vind dat je de goede kunstenaarsmentaliteit hebt. Het is echt ‘jouw’ communicatie.
GS Je moet gewoon trouw zijn aan jezelf.
HVC Is jouw atelier een safe space?
GS Ik heb wel nood aan een plek zoals deze hier. Maar ik wil geen publiek uitnodigen, want dat is mijn atelier. Maar ik hou van de films van Emir Kouchtouridza, denk aan Black Cat, White Cat, en hoe hij de dingen benadert. Op het einde is er altijd zo’n samenkomst van mensen, met dat vuurwerk… In mijn hoofd werk ik daar naartoe, zo met al mijn vrienden samen zijn… Ik wil zeggen: ik ben nog niet klaar, maar ik denk nooit gereed te zijn. Ik ben het nu zo aan het fantaseren, maar ook dat is een proces. Maar ik wil er wel iets van maken. Zoals met mijn afstudeerproject: dat was een tentoonstelling met een paar mensen en dan een performance waar je de ruimte zelf optimaal benut. Het mag niet te abstract worden, ik wil ook het publiek erbij betrekken.
HVC Kunstenaar Matthieu Ronsse houdt er eveneens van naast exposeren – liefst met anderen – een performance tentoon te spreiden.
GS Het moment omarmen – zoals nu tijdens een interview veel te veel praten. (knipoogt)Ik stel ook graag alleen tentoon, maar als er iemand me vertelt graag met me tentoon te stellen, stel ik al gauw voor om samen een werk te maken, dat vind ik leuker!
HVC Het gaat je echt over dat samenspelen, te interageren op elkaar, een soort eventmatige kruisbestuiving.
GS Het is meer gezamenlijk spelen en experimenteren en tot een uniek moment komen. Als je gewoon je werken naast elkaar plakt, is dat ook tof, maar dat is…
HVC …teveel prentjes naast elkaar? Misschien is dat voor jou te saai?
GS Als een expo een overkoepelend concept heeft, kan dat. Ik ben vaak naar tentoonstellingen geweest en soms denk ik: ‘Waarom legde ik die route naar hier af? Als jullie geen betekenis aan jullie werken geven, als alles zo vrijblijvend is, waarom ben ik hier dan? Ik mis vaak dat een expo broedt op de ambitie een totaal kunstwerk te zijn of een soort idee nastreeft.
HVC Herkenbaar! Ik mis ook veelal een soort ‘swung’, vibratie, spanning en drive. Een expo mag méér zijn dan de werkstukjes naast elkaar. En warme cava! (knipoogt)
Hilde Van Canneyt
@hildevancanneyt.be
Goric: instagram